Het Nederlands - evenals veel andere Europese talen - kent aan zelfstandige naamwoorden hoofdletters toe aan het begin van het betreffende woord. In het Grieks en in het Hebreeuws is dat niet het geval. Zelfstandige naamwoorden zoals God, Vader, Jezus, Jehovah, Lukas en dergelijke, worden in het Grieks in kleine letters geschreven of juist in hoofdletters. Het Hebreeuws en Aramees die beiden een Semitische oorsprong hebben en geheel anders zijn dan de Europese talen of het Koine Grieks, kennen helemaal geen hoofdletters en ook geen vocalen.
Alle geschriften van het 'Nieuwe Testament' zijn gepubliceerd zonder hoofdstuk- en versaanduiding en er is gebuikgemaakt van vertalingen uit de bestaande Hebreeuwse, Aramese en Griekse grondteksten en manuscripten. Alle geschriften van het 'Oude Testament' hebben op dit moment wel hoofdstuk- en versaanduidingen. De vertalingen kunnen online gecontroleerd worden.
Vertalen is een uiterst secuur en verantwoordelijk werk en de beste vertaling baseert zich consequent op de volgende schriftuurlijke criteria:
1. God is één persoon (geen drieenheid);
2. De heilige geest is Gods woord of operationele kracht (God zelf is een geest);
3. Jezus is de eniggeboren menselijke zoon van God die overeenkomst vertoont met de eerste mens (Adam) en heeft geen fysiek voorbestaan gehad, maar kwam voor het eerst tot bestaan in de schoot van zijn moeder.
Adaptatie en toepassing van deze criteria zorgt ervoor dat Gods geest werkzaam wordt zodat de juiste vertaling naar boven komt.
De Nederlandse vertalingen van Tanach zijn gebaseerd op de Hebreeuws-Engelse vertaling van onderstaande bronnen: